Vanmiddag heb ik weer een uitstapje gemaakt naar de plaatselijke boekhandel. Wat zoek je, vroeg een bekende mij terwijl ik mij verdiepte in de tafels vol boeken. ‘ Ik zoek niets ik vlucht, ‘ hoorde ik mezelf tot mijn verbazing zeggen. En dat is precies wat ik doe. De boekhandel is voor mij een grote snoepwinkel waar ik mezelf in kan verliezen en dat is precies wat ik op het moment het liefst doe.
Mijn computer snakt ernaar om aangeraakt te worden. Mijn personages zijn versteend en weten niet wat te doen. Wat wil ze nu eigenlijk van ons, vragen ze zich af. Eerst brengt ze ons tot leven en nu we half op weg zijn laat ze ons in de steek. Ze hebben gelijk. Ik weet het even niet. De hitte die opstijgt vanuit de keuken is me teveel. Het zweet breekt me uit. Gaan al deze geschreven pagina’s in de prullenbak of leg ik ze opzij en begin aan een nieuw verhaal. Ik weet dat ik het zo moet doen. Alleen het vereist moed om geschreven tekst weg te doen en opnieuw te beginnen. Toch weet ik nu al dat het verhaal dat zich op dit moment in mijn hoofd afspeelt voorrang moet hebben. Dus even geen vuistdikke boeken om me achter te verschuilen maar gewoon achter de computer zitten en schrijven. Voor iemand die het geloof predikt ‘schrijven is hetzelfde als lezen,’ moet dat geen probleem zijn.